Warm welkom voor wormen in de Wielewaal
17 juli '20
Sinds gister heeft de Wielewaal een 1.75 meter hoog wormenhotel in de tuin van Kinderboerderij De Molenwei. Bewoners uit de wijk en bezoekers van de Molenwei zijn enthousiast. Ed Visser van Natuurstad en Kwartiermaker Anna-Maria zijn hotelier. “Het is vakantie, maar niet voor de wormen. Die moeten zich door het groente- en fruitafval van ruim twintig gezinnen uit de Wielewaal eten. In het voorjaar kunnen we dan voor het eerst compost oogsten.”
1000 wormen
Wouter, de wormenman van het Rotterdams Milieucentrum: “Er zitten nu 1000 wormen in het hotel. Dat groeit uit tot zo’n achtduizend wormen. Ze leven in de strooisellaag, tussen de aarde en de bladeren. Ze leven onderin het hotel, want ze houden niet zo van heel verse groente en fruit. Het moet al een beetje zijn verteerd door schimmels en bacteriën. Ze eten dus plantenresten en verrijken die bij het verteren met enzymen, dat levert zeer vruchtbare compost op. In principe is alle aarde op de wereld wormenpoep.” Tja, dan kijk je toch anders om je heen.
Openingsfeest
Hoe planten wormen zich eigenlijk voort? “Wormen zijn tweeslachtig, in feite een soort lhbti-gemeenschap. Ze kringelen om elkaar heen bij de bevruchting en leggen dan alletwee eitjes. Dat kan het hele jaar door, maar vaak in het voor- en najaar als het niet te warm is. Ze leggen dan eitjes en in één eitje kunnen zes tot zeven wormen zitten.
Hebben wormen ogen?
“Nee, ze onderscheiden alleen licht en donker.” Heb jij nu ook nog heel veel vragen, wil je het wormenhotel komen bewonderen of meedoen? Kom dan op 23 augustus om 14.00 uur naar het openingsfeest. Je krijgt dan een mini-compostbak en hoor je de datum voor de workshop composteren. Opgeven kan op [email protected].
Lokaal composteren
Het wormenhotel is een initiatief van Rotterdams Milieucentrum en Stichting Buurtcompost. Niet overal in Rotterdam wordt groente en fruit gescheiden ingezameld. Met het wormenhotel kun je lokaal composteren. Het is duurzaam, maar ook sociaal omdat je het samen met buren doet.
Fotografie Tom Pilzecker